Er zijn van die spelers, die je met enige bewondering en ook verbazing gadeslaat. Alex is daar één van. Docent Duits , maar verzot op het Frans. De vaak problematisch loper op c8 is voor hem juist een uitdaging. Desnoods laat hij dat stuk zetten lang staan. Hij geeft daar niet om. Hij speelt op intuïtie, op gevoel. Zelf zegt hij slechts de eerst 3 à 4 zetten van de theorie te kennen, maar dat is bescheidenheid.
De laatste tijd speelt hij niet vaak. Jammer. Wellicht dat hij last heeft van opzienbarende verliespartijen. Dat heb je al snel iets van: “ik kan je er niets meer van kan” en als je eens clubkampioen bent geweest en ook jaren lang met verve en zwier voorzitter was dan gaat ‘het’ knagen. Druk, druk druk met het docentschap en een hekel aan de vele vergaderingen en ook nog verliezen met schaken kunnen doorslaggevende factoren zijn.
Een tijdje geleden kon je zien dat hij tegen Menko een winstgevende stand had bereikt. Hij had hem al een paar pionnetjes afgesnoept en stond bovendien een kwaliteit voor. Dus, gewoon rustig doorschuiven en de winst ligt voor het grijpen. Op dat moment komt de echte liefhebber in Alex boven. Hij gaat er goed voor zitten en besluit tot een allesbeslissende aanval. Hij wil zijn tegenstander mat zetten. Maar dan gebeurt het. Hij heeft zich in de doorrekening van de zetten vergist en verliest groot materiaal en geeft op. Met een kleurtje op de wangen. Op overtuigende wijze laat Alex zien dat hij veel en veel beter staat. Iedereen beaamt dat. Objectief totaal gewonnen. Menko mompelt nog iets over een knol, maar zijn stand is hopeloos. Alex slaapt slecht. “Hoe dom kun je doen”, zeurt steeds door zijn hoofd.
Een paar weken geleden weer zo iets. Alex weet een overtuigende stand op het bord neer te zetten. Zijn tegenstander van de‘ paardensprong’ schuift wat heen en weer op zijn stoel. Bang voor het onvermijdelijke. En dan gebeurt het weer. Alex vergist zich en moet opgeven. Het is al eens vaker opgemerkt, maar het wordt echt tijd voor de aanstelling van een schaakpsycholoog. Natuurlijk werkt zo’n iemand gratis en voor niks, want de koffie van Dinnie is al mooi genoeg. Alex zou er baat bij hebben. En anderen ook.
Want, wat zagen we op dezelfde avond dat Alex moest opgeven?
Een kijkje op het bord van Hennie levert een onmiddellijk beslissende situatie. Iedereen ziet dat Hennie door een schaakje met het paard zijn dame gaat verliezen. Hennie kan dat verhinderen als hij het hoofd koel houdt en de nodige maatregelen neemt. Je kunt aan die situatie feitelijk van alles doen. Hem per ongeluk aanstoten, achter zijn tegenstander gaan staan en met de armen zwaaien, een cola aanbieden, hem uitnodigen voor een wandelingetje en praten over de dreigende en gevaarlijk toestanden in de wereld, op zijn schoenen gaan staan, hem feliciteren met zijn verjaardag of met de winst van een paar euro op een kraslot, maar dat doe je niet. En ja hoor, daar gaat de dame en Hennie moet opgeven.
Aan het eerst bord heeft Menno junior het niet gemakkelijk. Hij doet een, naar ik aanneem, wanhoopszet en hup, daar gaat zijn dame. In de gehele zaal is slechts 1 echte dame, maar Bedum geeft er zomaar 2 weg.
In het Tata-toernooi komen soortgelijke situaties voor. Carlsen staat eigenlijk verloren tegen Van Wely, maar door te profiteren van de tijdnood van zijn tegenstander kan hij toch winnen. Loek ziet een beslissende manoeuvre over het hoofd en moet berusten in een nederlaag.
Zoiets overkwam ook Sjaak. Op de ” Bakker-avond” staat hij totaal gewonnen. Arme Gerrit heeft nog een paar pionnen en zijn koningen wordt slechts opgejaagd door een gesloten front van toren en dame. Nog één zet en Gerrit staat mat. Maar het doen van een zet en vervolgens de klok induwen vergt ongeveer 1 seconde. Juist in die ene seconde valt zijn vlag. Onmiddellijk na het induwen van zijn klok valt ook de vlag van Gerrit. Heerlijk slot.
Het vallen van een vlag is ook een fysiek gebeuren. Als je goed luistert hoor je hem vallen. Je maakt dus werkelijk wat mee. Het is een belevenis. Nu vele klokken vervangen worden door digitale instrumenten gaat ook dit gebeuren verloren. Gelukkig blijven we op de clubavonden nog heel lang met de ouderwetse klokken spelen. Want dat willen we niet missen: de totale stilte op een clubavond als iedereen met zijn partij bezig is en in de stilte het subtiele geluid van de analoge klokken hoorbaar is. Digitale klokken geven geen geluid, leven niet en hebben ook niet een robuuste houten omlijsting. Ze zijn van plastic.
Mooi verhaal Menno! Enige dichterlijke vrijheid is je niet echter vreemd. Die partij tegen Menko was vorig seizoen, ik moest het zelf ook nakijken. Dat Menko het over een ‘knol’ had klinkt me wel bekend in de oren. Ik ben trouwens benieuwd naar zijn pejoratieve benaming voor ‘dame’. 😉
Vreemd genoeg heb ik dit seizoen intern alleen nog maar van Gerard verloren. Komt inderdaad doordat ik weinig speel, dan kom je de grote kanonnen niet vaak tegen. Het weggeven van voordeel komt dit seizoen wel erg vaak voor waardoor ik nogal eens remise speel (eigenlijk tegen mijn principes) terwijl ik had moeten winnen.
Ik hoop nog dit seizoen een partij met een prachtig offer te gaan winnen waarna jij er weer een fijn observatieverslag van maakt!