Een avondje Bedum, volgens Menno-senior.
Het is dinsdagavond en, zoals zo vaak, niet veel te doen in Bedum. Het is een rustig dorpje met een scheve toren. Prettig om te wonen. Dicht bij de stad en toch landelijk.
Wat kan een verslaggever op zo’n avond doen? Niet meer dan es een kijkje nemen in ‘De Meenschaar’. Daar is de clubavond van de schaakclub. Van schaken heb ik weinig verstand, maar van horen zeggen kun je genieten van wat er zoal op de borden te zien valt. Bovendien is er altijd de heerlijke koffie ( en thee, en andere drankjes) van Dinie, die door de schakers op handen wordt gedragen. Ze noemen haar zelfs de koningin van de club.
Als ik binnen kom is het volkomen stil. Alleen het zacht tikken van de klokken en het beheerst indrukken van de klokken is hoorbaar. Niemand kijkt op, men is erg geconcentreerd. Natuurlijk neem ik een kopje Dinie-koffie en loop wat rond.
Op het bord van Jaap vd Ploeg staat alles in vuur en vlam, zo te zien. Menno van Heumen, een frisse bijna-senior, laat zijn pionnen stevig oprukken en Jaap zit letterlijk met het hoofd stevig tussen zijn handen geklemd hard na te denken. Na de partij (remise) staat hij er op uit te leggen dat hij had moeten verliezen. Met veel vuur legt hij uit dat hij veel slechter staat.
Bert Valkema zet alles op alles om van Menno-junior ( de clubkampioen) te winnen, maar berust toch in remise en Berend draait stevig met zijn pen in het rond, maar moet het afleggen tegen de oprukkende pionnen en paarden van Alex. Gerrit Koenderink ontdekt de lekken in de Hollandse verdediging van Antoon, die zich op den duur gewonnen moet geven, ook al had hij een super gemene val opgezet. Een krachtzet met de toren deed hem capituleren. Wat wil je ook als je “Hollands” speelt. De naam riekt naar zwakke dijken, die op doorbreken en inzakken staan.
Mijn aandacht gaat uit naar de partij tussen Theo en Menno-senior. Ja, je leest het goed. Er zitten drie Menno’s op deze club! Een statisticus zou eens moeten uitrekenen hoe groot de kans is dat er op een regionaal schaakclubje 3 Menno’s zitten.
Maar goed , de partij dus tussen Theo ( “alleen zwarte koffie”) en Menno-senior. Er is een spannende Siciliaan op het bord gekomen ( ik heb er geen verstand van; dat vertelt Sjaak Schuit en die kan het weten), maar opeens is de partij afgelopen. Er is helemaal geen sprake van een strijd, in tegendeel. Menno-senior geeft na ruim 10 zetten gewoon op. Alsof hij gisteren heeft leren schaken.
Anderen komen erbij staan. Menno blijkt o.a. een vol stuk te hebben weggeven, en daarmee ook nog een ruïne van de stelling te hebben gemaakt. Het commentaar is typisch voor deze club. “Je vrijgevigheid is prijzenswaardig, Menno”, zegt Bert. “Gebeurt mij ook wel eens, Menno”, voert Alex aan. Ik geloof het niet, maar dat doet er niet toe.
We geven even het verloop van de zetten. 1. e4,c5 2. Pf3, d6 3. d4,cxd4 4. Pxf4,Pf6 5. Pc3,a6 6.Le2,Pc6 7. Le3,e6 8. 0-0,Le7 9.Dd2,0-0 10. f4,Pxd4 11. Dxd4, Dc7 12. Tad1, b5 13. e5
Dit is een cruciale stand. Zwart heeft niet voor niets zijn dame op c7 gezet, zou je zeggen: d6xd5 zou een normale zet zijn. Een zet, die iedere schaker zou doen. Er zou kunnen volgen : fxe4 en zwart vervolgt met Pd7 en daarna is alles nog mogelijk. Maar wat doet de zwartspeler?? . Hij speelt Pe8. Dat kan. Wit speelt 14. Ld3 en zwart antwoordt met d5!!. Nu is het eigenlijk uit. Want wit speelt f5 en Menno-senior is gezien. Hij maakt het nog bonter door te vervolgen met Lc5!! Iemand die net heeft leren schaken zou zo’n zet kunnen doen. Deze zet slaat alles. Hersenverweking, blinde vlek, spontane, tijdelijke blindheid?? Wie zal het zeggen? Gelukkig heeft Jaap vd Ploeg hem naar huis gebracht.
Voor de echte schakers : zwart kan gewoon op 14.Ld3 met Lb7 antwoorden. Een normale ontwikkelingszet en er is nog van alles mogelijk. Tenminste dat denk ik. Maar ik kan niet schaken. Misschien moet ik lid van deze club worden.