Onderstaand de ervaring van de schakers die via een beslissingswedstrijd tegen JH Kruit kampioen werden van klasse 2B in het seizoen 2012-2013.
Bert Valkema:
De partij die als eerste afgelopen was, was Bert – Dhr. Joost (bord 5). Na de openingszet 1.e4 kwam de Pirc (1.e4 d6) op het bord, iets dat Bert zelf ook af en toe speelt. Deze opening levert de witspeler in het begin vaak een ruimtevoordeel op en in de opening stond Bert dan ook iets beter, maar stond zwart wel erg solide. Plotseling echter zag Bert een combinatie over het hoofd van zwart: Joost schoof een pion op, viel daarmee een stuk aan dat moest vluchten, de pion schoof nog een veld door en viel vervolgens twee stukken tegelijkertijd aan. Na nog wat fouten van Bert was het eerste resultaat binnen: 1-0.
Toch mag de bijdrage van Bert niet worden onderschat, hij zorgde ervoor dat Antoon achter het zesde bord plaats mocht nemen. Antoon speelde met zwart tegen dhr. Spaans. Antoon speelde een vrij goede partij: hij offerde een pion voor mooie torenlijnen en kreeg bovendien de pion al snel weer terug.
Toch viel het niet mee de partij daadwerkelijk te winnen. Maar gelukkig helpt de tegenstander dan wel eens. Een grote fout van Spaans, de winnende tegenzet en opgave van wit: 1-1.
Vervolgens zag ik naast mij Theo (bord 3) winnen. Na Theo’s favoriete antwoord 2.c3 op het Siciliaans kon hij vrijuit aanvallen tegen zijn matige tegenstander dhr. Van der Spoel. Na nog een paar zorgvuldig gespeelde zetten dwong Theo op professionele wijze zijn tegenstander tot opgave. 1-2.
De partij die daarna als eerste afgelopen was, was mijn eigen partij tegen dhr. Oosten (bord 4). Ik koos voor het Siciliaans, maar alle scherpe varianten konden onmiddellijk weer worden opgeborgen na 3. c4. Het gevolg was een zeer gesloten partij tussen twee spelers die in ieder geval niet wilden verliezen. Voortdurend werden met stukken geschoven zonder een aanval op te kunnen zetten. Maar opeens had ik het geluk aan mijn zijde, mijn tegenstander gaf zomaar een pion weg en de hele structuur was uit zijn stelling. Ik kon een vrijpion realiseren en won daarna eenvoudig. 1-3
Sjaak speelde op het eerste bord met wit tegen de veel sterkere Van der Lei. Toch was de partij lange tijd onbeslist. Sterker nog, Sjaak gaf na afloop aan dat hij wat kansen had laten liggen. Wel had hij zijn tegenstander tot een dubbelpion gedwongen. Maar naarmate de partij meer en meer in het eindspel geraakte, kwam zwart beter de staan. Zwart won een essentiële pion, en daarna was het, helaas, gauw over. 2-3.
De partij tussen dhr. Van der Ploeg en Gerard op het tweede bord bleek daarom de beslissende wedstrijd. Bij winst voor wit zou de stand 3-3 zijn geworden, en zou JH Kruit kampioen zijn geweest (op grond van meer behaalde punten achter hogere borden). Voor de kenners: het werd de Winawervariant uit het Frans: 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 4. e5 c5 5.a3 waarin wit met de dame op g4 het veld g7 aanvalt, en zwart met de dame op c7 het veld c3 indirect controleert. Gerard maakte er een mooie partij van, “Ik doe net alsof ik een interne partij speel” en hij speelde Pg8-e7 en liet daarmee toe dat de dame insloeg op g7.
Het meest cruciale kenmerk van de partij volgde: een klokstand van 1:17 – 1:15 liep terug tot 0:41 – 1:15 voordat Dxg7 op het bord kwam. Waarschijnlijk was het wel de beste zet, Gerard kwam steeds minder te staan en zijn koning kwam in gevaar. Terwijl alle spelers inmiddels klaar waren en toekeken bij de beslissing, de druk op de koning nog meer werd opgevoerd ging Van der Ploeg door de tijd.
Een merkwaardige minuut volgde: Gerard wees zijn tegenstander op de klok, de tegenstander antwoordde “Is dat zo?” en een stilte.
Stilte die benut werd om de zetten nog eens goed op te schrijven. Stilte waarin Van der Ploeg de stelling nog eens bekeek. En een stilte die Sjaak uiteindelijk doorbrak met de vraag: “Is het afgelopen?”
Het was afgelopen, zwart won, de stand werd 2-4 en Bedum 1 volgde het voorbeeld van Bedum 2. Een unicum: Bedums beide teams zijn kampioen geworden.
Antoon Wever:
Mijn eerste partij met zwart in de externe competitie.
Reinier Spaans deed zijn naam geen eer aan .
In een konings-indischachtige opening gaf ik op de achtste zet zonder echte compensatie een centrum pion weg. Mijn besluit om wit op zijn damevleugel aan te vallen leverde me een pion terug op.
In de strijd zijn plus pion te verdedigen was wit niet aan rokeren toegekomen.
Met een penning op de e-lijn kreeg ik mijn pion weer terug.
Op dat moment besloot wit alsnog te rokeren. Wit overzag een penning op de a1-g7 diagonaal.
Wit kreeg echter compensatie voor het verlies van de loper: 2 pionnen waarvan 1 exemplaar promotieallures dreigde te krijgen.
Na afruil van enkele stukken kwam de randpion op a5.
Gelukkig hadden wits verdedigende zetten nog enig venijn.
Wits a6 was een stap te ver. Na het slaan van de pion kon wit op straffe van mat achter de paaltjes niet terugnemen. Dat het opheffen van de matdreiging nog een stuk opleverde was meer geluk dan wijsheid.